Archief van jaar: 2024

Salesiaans Contact oktober 2024

C  O  N  T  A  C  T     O C T O B E R    2 0 2 4

Lieve mensen, hier alweer een nieuw Contact. We hopen van harte, dat u er iets van uw gading in vindt. Dit keer wijzen de bijdragen al wat richting Allerzielen. Jammer genoeg beschikken noch Apple noch Samsung over een “hemeltelefoon”. Desondanks is het goed om onze lieve doden te blijven gedenken. Als we hun namen niet meer noemen dan zijn ze pas echt dood. We blijven leven in de verwachting van ‘een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’. Fijn toch: om zo ‘contact’ te houden hier en hierna!

Wim Holterman osfs

SCHATTEN VAN MENSEN

Astrid van Engeland – lid van onze Salesiaanse Kring Schijndel – heeft een aantal verhalen van haar pastorale ontmoetingen in de parochie van het H. Kruis in Raalte gebundeld. In het ‘Voorwoord’ van dit boekje schrijft ze: “Ik hoop dat anderen er inspiratie aan opdoen en er kracht uit putten. Ik hoop dat deze verhalen ook het hart van anderen verwarmen en hen laten voelen dat ieder mens uniek is en een kostbare schat in zich draagt. Ga op weg, ontmoet de a(A)nder en ontdek jouw schat!”

Wij mogen van haar met een zekere regelmaat uit deze ‘Schatten’ putten en die met u delen. Wij zijn haar daarvoor veel dank verschuldigd en we spreken de hoop uit, dat haar ontmoetingen ook ‘ons hart mogen verwarmen’. Als redactie van Salesiaans Contact hebben we haar verhaal verluchtigd met een foto.

Humor tot het einde

Ik leerde een man kennen die al enkele jaren wist dat hij ongeneeslijk ziek was. Zijn naam was Theo. Hij had uitgezaaide darmkanker. Regelmatig ging ik bij hem op bezoek. Het ging lange tijd vrij goed, maar toch leverde hij elke dag een beetje in. Vooral de moeheid speelde hem parten. Daardoor kwam er nog weinig uit zijn handen.

De laatste periode van zijn leven zat hij een groot deel van de dag op zijn stoel bij het raam met uitzicht op een prachtige tuin. Daar kon hij ontzettend van genieten, al moet het voor hem ongelooflijk moeilijk zijn geweest dat hij deze niet meer zelf kon onderhouden. Zijn kleinkinderen deden dat nu met alle liefde voor hem. Behalve dat hij ook veel bezoek kreeg van familie en bekenden, kreeg hij ook dagelijks bezoek van een stoet eenden die wisten waar brood te halen was! Theo was geliefd bij mens en dier!

Regelmatig spraken we met elkaar over het leven na de dood. Dat er meer moest zijn, daar geloofde hij heilig in. Of er een hemel zou zijn, daar twijfelde hij wel eens over. ‘Niemand is ooit teruggekomen om het ons te vertellen’, zei hij dan.

Tijdens onze gesprekken kwam ook regelmatig ‘de hemeltelefoon’ ter sprake. Zijn vrouw vroeg zo nu en dan aan haar man: ‘Thé, je laat toch wel wat van je horen, hè, als je daar bent?’ Theo antwoordde dan met zijn 0ndeugende ogen: ‘Ja hoor, ik zal wel even bellen vanuit de hemel.’

Op een dag was het zover. Het moment van afscheid nemen naderde. In die laatste dagen ging ik nog even naar hem toe om hem te bedanken voor zijn leven en om afscheid te nemen van deze mooie mens met wie ik toch een hele poos een stukje mocht meelopen. Hij kon nauwelijks meer praten en sliep veel. Toen ik weg wilde gaan raapte hij al zijn krachten bij elkaar om nog even te zwaaien en te zeggen: ‘Tot ziens, we spreken elkaar weer via de hemeltelefoon!’ Dat waren zijn laatste woorden aan mij. Kort daarna is hij rustig ingeslapen.

Wat bijzonder als het je gegeven is tot op het laatste moment van je leven je humor te behouden.                                        

 

 

 

 

Astrid van Engeland

UIT DE PEN VAN ….

Wanneer je een artikel gaat schrijven voor het Salesiaans Contact, ben je daar in gedachten al een poosje mee bezig: waar zal ik over gaan schrijven. Deze keer lag het onderwerp voor mij al klaar: Wij zouden bij ons in Eemnes 6 gasten uit het Zuid Afrikaanse Friersdale (waar Wijnand van Wegen lang gewerkt en gewoond heeft) ontvangen om de jaarlijkse Friersdale viering met ons mee te maken. Ook bij ons zouden er 2 zussen komen logeren, één daarvan, onderwijzeres van de school, hadden wij tijdens onze bezoeken aan Friersdale al ontmoet. Helaas kwamen ze er een dag voor het vertrek uit Zuid Afrika achter dat de benodigde visa niet in orde waren, dus moest de reis geannuleerd worden en gaat deze reis nu hopelijk in januari 2025 plaatsvinden. Dus daar gaat je onderwerp! (Dit verhaal zal ik dus waarschijnlijk begin 2025 gaan schrijven!)

 

Nu zijn er gelukkig nog wel meer dingen die mij bezig houden en die ook wel de moeite van het delen waard zijn. Naast het bijhouden van de website hebben Belinda en ik de viering van Allerzielen voorbereid; het afgelopen jaar hebben wij samen 6 uitvaarten van parochianen mogen verzorgen. In de Allerzielenviering willen we de naasten laten merken dat wij als gemeenschap hun dierbaren nog niet vergeten zijn en wij willen hen dan ook in het licht zetten. Het samen zoeken naar passende teksten en liederen geeft veel voldoening en wij hopen zo een troostende viering in elkaar gezet te hebben. Een gedicht dat wij als eerste lezing hebben gekozen wil ik hier met jullie delen:

Gedicht: De mensen van voorbij (van Hanna Lam)

De mensen van voorbij
wij noemen ze hier samen.
De mensen van voorbij
wij noemen ze bij namen.
Zo vlinderen zij binnen
in woorden en in zinnen
en zijn wij even bij elkaar
aan ’t einde van het jaar.

De mensen van voorbij
zij blijven met ons leven.
De mensen van voorbij
ze zijn met ons verweven
in liefde, in verhalen,
die wij zo graag herhalen,
in bloemengeuren, in een lied
dat opklinkt uit verdriet.

De mensen van voorbij
zij worden niet vergeten.
De mensen van voorbij
zijn in een ander weten.
Bij God mogen ze wonen,
daar waar geen pijn kan komen.
De mensen van voorbij zijn in het licht, zijn vrij.

Ik wens u allen, mede namens Belinda, toe dat u een mooie Allerzielenviering mag meemaken, die troost geeft en kracht om verder te gaan in het leven.

 

 

 

Loes Wiggerts

 

 

29e zondag door het jaar

29e Zondag door het jaar

Jesaja 53,10-11; Marcus 10,35-45 of 42-45.

 OM U TE DIENEN

Ons leven is meer dan hebben,
meer dan onze bankrekening.
Het is meer dan onze ontspanning
of de duurte van onze vakantie.
Het is iedereen van harte gegund,
dat het ons goed gaat.
We mogen dankbaar zijn
voor onze welvaart.
Maar welvaart alleen maakt ons leven
nog niet waardevol en de moeite waard.
Ons leven wordt pas echt goed,
als we leven met en voor anderen.
Belangrijk is wie we kunnen zijn
om andermans leven goed te maken.
Onze vriendschap, onze liefde
maken het leven van anderen goed.
En we krijgen er veel voor terug.
Want leven is geen eenrichtingsverkeer.
Er is altijd iets van wederkerigheid.
Het is geven en ontvangen,
luisteren en spreken,
horen en gehoord worden.

Leven gaat verder dan onze eigen deur.
We hebben een ‘wereldmissie’
Ons geven en ons leven
heeft een wereldwijde betekenis.
Echt dienstbaar zijn kent geen grenzen.
Ons leven mag bevrijding uitstralen
in woorden en in daden.
Het is onze missie
om anderen van dienst te zijn.
We mogen geven
om er zelf beter van te worden, meer mens.

Wim Holterman osfs

 

28e zondag 2024

28e Zondag door het jaar
Wijsheid 7,7-11; Marcus 10,17-30.


ALS IK TOCH EENS RIJK WAS…

Ons leven wordt beheerst
door allerlei bekoringen.
Je bent pas iemand,
als je geld genoeg hebt,
als je jong bent en krachtig,
als je een hoge post bekleed,
als je hebt wat je hartje begeert.
Toch blijven al die wensen
voor de meesten van ons onbereikbaar.
We moeten leven met beperkingen;
er blijft zoveel te wensen over.
Alles wat we hebben is betrekkelijk;
het geluk erom is kortstondig,
van voorbijgaande aarde.
Rijk ben je pas als je echt mens bent;
een mens met een wijs en goed hart,
met een mild oordeel en vergevingsgezind;
iemand die graag gezien wordt
om zijn hartelijke belangstelling
voor het wel en wee van anderen.
Rijk ben je, als durft te delen
van je geld en van je liefde;
als je een goede gezondheid geniet
en anderen goed gezind bent.
Rijk ben je, als je bemind wordt
en mag meedelen in andermans hartelijkheid.
Je bent pas echt rijk, als je mens bent
naar Gods hart; als je weet,
dat Hij jou liefdevol aankijkt,
omdat je meebouwt aan Zijn rijk op aarde,
aan een plek waar het goed is om te leven
voor iedereen.

Wim Holterman osfs

27e zondag 2024

27e Zondag door het jaar
Genesis 2,18-24; Marcus 10,2-16.

GEROEPEN TOT TROUW

Mensen zijn geschapen voor elkaar,
tot liefde en vriendschap.
Een mens is niet bedoeld
als een eiland in de mensenzee.
‘Om mens voor een mens te zijn’,
wordt alleman geboren’.
Mensen mogen voor elkaar zijn
als woord en wederwoord,
als steun en als uitdaging.
Waar mensen voor elkaar
geborgenheid en liefde scheppen,
daar wordt het leven goed.
Daar klinkt iets in door
van trouw en van volharding.
Liefde en vriendschap
zijn geen eendagsvliegen.
Ze vragen om duurzaamheid,
om volharding en trouw.
Ze  verwijzen naar onze God,
die Zijn mensen nabij bleef,
juist toen hun levensweg
een dorre woestijn bleek.
Hij hield hen vast.
Hij liet hen niet vallen,
maar ving hen op.
Zoals God ons voordeed,
zo zijn wij geroepen tot trouw
aan mensen, aan onze wereld.
Niemand afschrijven,
elkaar hooghouden:
daardoor worden we wie we zijn:
beeld van Gods trouw.

Wim Holterman osfs

26e zondag 2024

26e Zondag door het jaar
Numeri 11,25-29; Marcus 9,38-43.45.47-48.

 

RUIMTE VOOR HET GOEDE

Leven is ruimer dan het eigen gelijk.
Het moet over de grenzen van het ik heen gaan.
Soms blijven we steken in de sfeer van
‘eigen huisje, boompje, beestje’.
Dan verengt ons leven zich
en wordt het kleingeestig.
We worden dan in de defensie gedrukt,
omdat we onszelf veilig moeten stellen.
De bijbel houdt ons een andere levensles voor.
Er is maar één ding belangrijk:
het goede, dàt moet gedaan worden.
Dat is de enige, echte, goede levenshouding.
Waar dat gebeurt, kunnen we gezamenlijk
naar dezelfde wereld kijken
en ruimte scheppen voor leven en toekomst.
Samen ook kunnen we ons dan inzetten
voor het goede, voor vrede en liefde.
Dat is ook de bevrijdende ruimte,
waarin we dan zelf mogen leven.
Daardoor ontstaat er leven volop
voor mens en wereld.
Dat is de geest, die rustte op Mozes,
de geest ook van de man van Nazareth.
Zij gingen voorbij aan eigen grenzen
en stonden in dienst van het goede.
Hun voorbeeld verdient onze navolging.

Wim Holterman osfs

25e zondag 2024

25e Zondag door het jaar
Wijsheid 2,12.17-20; Marcus 9,30-37. 

EEN WERELD VAN VREDE

Onze wereld wordt nog steeds verscheurd
door haat en oorlog.
Vrede lijkt een onbereikbaar ideaal;
goed voor dromers en idealisten.
Voor realisten echter is ze ver weg.
Het recht van de sterkste,
de macht van het kapitaal
zullen het altijd winnen
van de zwakke en de arme.
Geld en macht
blijven hand in hand gaan.
Ons bezit verdedigen we met hand en tand.
We laten ons niet klein krijgen.
Daarom blijft geweld bestaan.
We doen niet onder;
ons ideaal is de eerste te zijn.

In ons leeft desondanks
de droom van een wereld van vrede.
We houden het ideaal levend
van een aarde waarop het leven goed is
voor iedereen.
Daarvoor moeten we de wereld zien
door de ogen van een kind:
zonder eigen belang
bereid om te delen,
niet bang om een stap terug te doen
zodat een ander vooruit kan komen.
De weg naar de vrede is dezelfde
als die van de Mensenzoon:
een weg van geven zonder te nemen,
een weg waarop de laatsten
eindelijk eersten worden,
een weg waarop de minsten
in aanzien zijn bij iedereen.

De weg naar de vrede
is een lange weg,
moeilijk begaanbaar,
maar noodzakelijk
voor de toekomst van onze aarde.

Wim Holterman osfs

Salesiaans Contact september 2024

De vakanties zijn weer voorbij. Het gewone leven neemt weer zijn loop.  We hebben het druk. Er gebeurt van alles om ons heen. Toch is het goed om af en toe even een pas op de plaats te maken. Even stilstaan bij wat er om ons heen gebeurt. Dit nieuwe Salesiaans Contact wil zo’n pauze-moment zijn. Of je je nu een reiziger voelt of stil zit op een kappersstoel: laat het leven binnenkomen!

Wim Holterman osfs

 

REIZIGERS OP DEZE AARDE 

“Weet je niet dat je onderweg bent en dat de weg niet voor zitten maar voor lopen gemaakt is? Zo weinig is de weg voor rust gemaakt, dat lopen en op weg zijn hetzelfde is.
 God spreekt tot één van zijn grootste vrienden: “Loop voor mij uit en wees volmaakt” (Gen. 17.1)
Alle mensen zijn reizigers op deze aarde”.

Aldus een uitspraak van Franciscus  van Sales. (De verhandelingen over de liefde tot God”) Een uitspraak die al met mij meegaat sinds ik tijdens het nogal natte voorjaar “onderweg” was met een vriendin. We fietsten in de prachtige omgeving van Zwolle, waar we een aantal dagen verbleven in een huisje op een vakantiepark. De fietsroute van te voren uitgezet, proviand in de fietstassen, briefje met de te volgen nummers van de knooppunten op het stuur en fietsen maar. Weinig wind en zowaar een zonnetje, dat van tijd tot tijd door de wolken heen wist te breken. Genieten geblazen! Vooral toen we eenmaal de dijk langs de imposante IJssel bereikten, van waaraf zich een prachtig panorama op de stad Hattem ontvouwde. Tegelijkertijd werden we hier geconfronteerd met de toen zeer hoge waterstand van de IJssel, waardoor het pontje, waarmee  je vanaf dit punt normaliter naar dat pittoreske historische stadje kunt varen, uit de vaart was genomen. Nu waren wij niet van plan om die oversteek te maken, maar anderen, die dat kennelijk wel waren, moesten op zoek naar een alternatieve route om toch aan de overkant te komen. “Gelukkig kunnen wij onze uitgestippelde weg vervolgen” dacht ik nog. Maar enkele kilometers verder hield het ook voor ons op. Waar we links af moesten werd ons de doorgang onmogelijk gemaakt door hoge hekken. Vertwijfeld stapten we af. Wat nu? Tot onze opluchting ontdekten we een bord waarop aangegeven stond dat ons eerstvolgende knooppunt te bereiken zou zijn door de gele borden met een “2” te volgen. We deden een poging, maar binnen de kortste tijd raakten we het spoor bijster.  Moesten we nu naar links, of toch maar naar rechts? Hoe kwamen we in hemelsnaam ooit weer bij ons huisje? Zelfs Google Maps bood geen uitkomst. Terwijl ik lichtelijk in paniek dreigde te raken kwam ons een mevrouw op de fiets tegemoet. Na enige aarzeling riepen we haar hulp in, waarop zij spontaan aanbood met ons mee te fietsen, ook al had dat voor haar een kleine omweg tot gevolg. In grote dankbaarheid kwamen we onder de vleugels van deze reddende engel uiteindelijk toch weer veilig “thuis”.

Tja, soms “loopt” de weg die je hebt te gaan niet zo lekker. Ook onze levensweg niet. Het kan ons allemaal overkomen, dat je van het ene moment op het andere  zomaar tegen zo’n hek oploopt, dat je belet om verder te gaan op het pad dat je ooit met hoop en verwachting bent ingeslagen.  Het is een geluk als het vinden van een andere weg dan niet al te ingewikkeld blijkt te zijn, maar soms ook “lopen” we helemaal verloren en is hulp onze enige uitweg.

Zo werd mijn “weg” van het buitengebied terug naar de geborgenheid van het dorp voor de vierde keer versperd. Een weg, die zo eenvoudig leek: ik
in het huis van mijn  dochter en zij met haar gezin in dat van mij. Maar

omdat mijn huis veel te klein is voor haar gezin met drie kinderen is een verbouwing wel een vereiste. En de vergunning daartoe werd dus voor de vierde keer afgewezen. Een enorme dreun, dat kan ik u wel vertellen. Ik kon er niet meer van slapen. Nachten lag ik onrustig te woelen en te piekeren. Ik zag geen uitweg meer. Tot ik de “Inleiding” van Frans van Sales maar weer eens ter hand nam en het vierde deel, Hfdst. 11, opensloeg, waarin Hij schrijft over “de onrust”. Daarin adviseert Hij ons in dit soort gevallen eerst ons hart tot kalmte en rust te brengen, ons oordeel te matigen en onze wil te beheersen. En om dan rustig ons best te doen om te bereiken wat we willen bereiken. Weer ben ik Frans veel dank verschuldigd, want ook nu werkte het! Eenmaal weer tot rust gekomen durfde ik de hulp in te roepen van iemand die op het juiste moment mijn pad kruiste en van wie ik wist dat hij bekend was met ambtelijke molens. En met resultaat. Dankzij hem kwamen verhelderende gesprekken op gang en inmiddels is de vergunning rond! En nu zit ik dus intens blij en gelukkig  tussen een hoge stapel gevulde verhuisdozen dit verhaal te schrijven. Als u dit leest, hoop ik weer “thuis” te zijn tussen de mensen om vandaar uit mijn levensweg te vervolgen, als reiziger op deze aarde.


Wil Vos

Bij de kapper 

Ik zat nauwelijks op mijn stoel of kapster Patty stak van wal:
“ Het is toch vreselijk wat er vorige week gebeurd is op de kermis hier in Sint Oedenrode……”

Ik wist van niets en zei :je bent er nog al van ondersteboven wat is er gebeurd?

“Een goede vriend van ons is daar door een groep uit een ander dorp flink in elkaar geslagen. Het is dat een van zijn vrienden zijn hoofd heeft beschermd, want ze waren van plan hem ook een paar trappen tegen zijn hoofd te verkopen”.

“In wat voor wereld leven we toch” verzuchtte ze. Een opmerking die we  de afgelopen tijd regelmatig horen. Veel mensen maken zich zorgen over de toekomst nu het geweld zo dichtbij is gekomen. “Wat voor toekomst is er voor onze kinderen en kleinkinderen”, hoorde ik haar ook zeggen.

Alles wat er nu op ons afkomt roept bij ons zorg, onzekerheid en angst op. Ik merk dat sommige mensen er gespannen van worden. Je ziet zelfs bij kinderen van de basisschool dat het hen erg bezighoudt, las ik in de krant. Je staat er immers zo machteloos bij. Het komt over ons heen zonder dat we er iets aan kunnen doen. En dan roepen ministers en burgermeesters wel dat er streng opgetreden zal worden, maar het is zo ongrijpbaar.

Als je dan wat verder de wereld inkijkt, kom je ook daar hetzelfde tegen. Onschuldige mensen worden gegijzeld, op een onmenselijke manier gedood of bij aanslagen met tientallen de dood ingejaagd. En wat is dat toch voor iets vreemds dat (jonge) mensen zichzelf opblazen om medemensen te doden terwijl wij er juist alles voor over hebben om onszelf en onze medemensen in leven te houden en met onze liefde en goedheid te omringen. Waar loopt het allemaal op uit met de oorlog in Oekraïne, in Israël en Gaza? Ja, in wat voor vreemde wereld leven we?

Hoe ga je om met al die dreiging en onrust? Niet alleen buiten jezelf maar ook in je eigen leven. Want ook daar kan er veel op je afkomen dat je bang en gespannen maakt. Wat hangt er bijvoorbeeld mensen  boven het hoofd die afhankelijk zijn van het UWV? Het is soms zelfs er op of er onder. We zijn immers zulke kwetsbare mensen! We zien het dagelijks om ons heen. Geen wonder dat we angstig worden.

De Oblaten deze zomer bijeen tijdens het XXI kapittel in Annecy concludeerden:

Meer dan ooit heeft onze gekwetste, verdeelde en kwetsbare wereld het vreugdevolle optimisme en het gastvrije charisma van de Salesiaanse spiritualiteit nodig.

Wij oblaten van Franciscus van Sales horen geboren optimisten te zijn.

We bieden een kijk op de menselijke natuur die hoopvol en behulpzaam is in een wereld die veel negatieve en/of pessimistische opvattingen over de menselijke natuur heeft. We zijn geen wensdenkers: we kennen de nadelen en blinde vlekken van de menselijke natuur. Maar geworteld als we zijn in het feit dat we geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis en dat God zichzelf heeft geschapen naar ons beeld en gelijkenis in de persoon van Jezus, verkondigen we duidelijk, consequent en mededogend: WIJ MENSEN ZIJN GOED.

Franciscus van Sales is een voorbeeld van zacht­moedigheid en geduld. Dat draagt hij uit omdat hij zich geliefd weet door God. Die zachtmoedigheid, daar hunkeren we vandaag de dag naar. Die eenvoud, daar willen we weer naar terug. Die liefde, daar verlan­gen we meer naar dan de gebalde vuisten van onze tijd doen vermoeden. Maar zo leven we, met gebalde vuisten van boosheid en korte lontjes, met priemende vingers die altijd de schuld bij de ander zoeken. Franciscus van Sales koos een andere weg. Hij durfde te wachten, onze patroon, hij vroeg om geduld met onszelf en de ander. Hij is meer dan ooit een appèl, in een tijd waarin we niet meer kunnen wachten. We hebben geen tijd voor suddervlees en soep die moet trekken. We hebben geen tijd voor onszelf en de ander. Franciscus van Sales is actueler dan ooit: leve de zachtmoedigheid en de een­voud, het geduld om te leren wachten.

Kees Jongeneelen osfs

 

24e zondag

24e Zondag door het jaar

Jesaja 50,5-9a; Marcus 8,27-35. 

WIE ZEG JIJ DAT IK BEN?

Een moeilijke vraag!
Ook al denk je Hem nog zo goed te kennen:
er is nauwelijks een goed antwoord te bedenken.
Petrus probeert het wel: “de Christus”.
Het lijkt een prachtige vondst,
maar hij heeft er wel een verkeerde voorstelling van!
Er is geen politieke of religieuze machtaan verbonden.
Voor Hem is er geen andere troon dan een pijnlijke kruisboom.
Zijn kroon is er een van stekelige dorens;
zijn ros een eigenwijze ezel!
En Zijn rijk: de wereld op z’n kop.
Hij heeft geen ander leger dan van mensen,
die het aandurven om te verliezen.
Zijn sterkste wapen is liefde,
zelfs voor zijn vijanden!
Zijn plaats is niet bij de groten der aarde,
maar Hij wordt gelijk aan de minste der minsten.

Wie zeg jij dat Ik ben?
Het enig mogelijke antwoord
moet teleurstellend klinken.
Maar tegelijk hoopvol:
Zijn naam, Zijn manier van leven
is sterker dan de dood.
Wie Hij is, is voor ons een uitdaging
|om te leven, Hem achterna.
In Zijn naam, in Zijn leven klinkt
een eeuwig Pasen door.
Hem volgen is leven voorgoed!

Wim Holterman osfs

Archief citaten Backup