Salesiaans Contact juni 2024

Buiten lijkt het nog steeds herfst. Donkere regenwolken hangen boven ons hoofd. We zien uit naar weldadige warmte. Hopelijk kan dit nieuwe Salesiaanse Contact zijn als een paar zonnestralen, die bij u binnenkomen en uw hart verwarmen. Veel leesplezier!

Wim Holterman osfs

OP EEN MOOIE PINKSTERDAG

Het ontroert me elk jaar opnieuw: de allereerste keer dat de roep van de koekoek weer klinkt vanuit het bos achter mijn huis in dit stille gebied van Eemnes. Dan laat ik al mijn bezigheden voor wat ze zijn en sta ademloos te luisteren. Zo ook vanavond. Ik ben hier opgegroeid met dat zo vertrouwde geluid, dat al sinds mijn kindertijd extra glans geeft aan de meimaand.  Meestal duurt het niet zo lang, een paar keer “Koekkoek” en dan is het weer voorbij. Maar dit keer is het anders. Minutenlang houdt de roep aan. En vergis ik me nu, of klinkt het ook anders? Het is niet het krachtige geluid van een vogel, die blij is met een nieuw broedseizoen.

Nee, het is, alsof er een diepe ondertoon van teleurstelling in zit. Teleurstelling, omdat zij maar een koekoek is, die haar ei in het nest van een andere vogel legt en het vervolgens ook nog eens door die ander uit laat broeden. Nou moet het toch niet gekker worden. Dit is wat een te stille omgeving dus met mij doet. Ik ga mijn eigen gevoelens projecteren op de dieren om mij heen. In dit geval dus mijn teleurstelling. Mijn diepe teleurstelling, daar ook een tweede poging om de van beide kanten zo gewenste woningruil met mijn dochter te realiseren, is gestrand. Ik wil zo graag terug naar het dorp en zij met haar gezin naar dit buitengebied. Maar ook de naar de richtlijnen van de welstandscommissie aangepaste bouwplannen voor de verbouw van mijn huidige woning, die te klein is voor haar gezin met drie kinderen, zijn weer afgewezen door onze lokale overheid. Alles borrelt en bruist in mij.

In dit soort gevallen is het Franciscus van Sales die mij via zijn “Inleiding tot het devote leven” veelal weer tot rust weet te brengen. Echter, aan “teleurstelling” heeft hij geen hoofdstuk gewijd, hetgeen eigenlijk wel opmerkelijk is, want ook hij heeft er tijdens zijn leven nogal eens mee te maken gehad. Hij schrijft wel over de valkuilen waarin je terecht kunt komen bij hevige teleurstelling: onrust, boosheid, droefheid en ongeduld. Ik sla zijn boekje er nog maar weer eens op na. Wederom raadt hij mij aan mijn hart tot rust te brengen, de zon niet onder te laten gaan over mijn boosheid, ervoor te waken in één van de slechte beken van de droefheid terecht te komen en zo geduldig mogelijk tegenwerking en moeilijkheden  te verdragen. Heb ik daartoe nog wel de moed? Goede moed, daar schrijft hij toch ook iets over? Ja, daar lees ik: “Houd vol, houd goede moed, wees flink”. En ook: “Wanneer onze wensen en besluiten eenmaal vaste vorm beginnen te krijgen, dan worden we sterk, dan krijgen we vleugels. Bid tot God, dat Hij je vleugels mag geven”.

Nou, ik heb ze momenteel niet. Vleugellam loop ik enkele dagen later in de vroege morgen van de Eerste Pinksterdag dan ook door het mij inmiddels zo vertrouwde prachtige Overijsselse natuurgebied “de vloeivelden”, gelegen achter een voormalige aardappelmeelfabriek. Wat hoop ik hier te vinden? Nieuwe moed? Nieuwe inspiratie?

Van het waaien van de Geest valt hier niets te bespeuren, geen enkel zuchtje wind. Na de keiharde muziek van “Kanaalrock” van gisteravond, waar het hele dorp de Krim van mee kon genieten, is er een diepe stilte over het hele gebied neergedaald. Een stilte, die door het gekwaak van de kikkers en het lied van de vele Rietzangers alleen maar dieper lijkt te worden. Libellen zweven om mij heen, een moeder eend leidt haar kroost behoedzaam door de sloot. Ik schrik van een hertje, dat plots mijn pad kruist. Een pad, waarop ontelbare slakken kruipen, zodat ik uiterst behoedzaam mijn voeten neer moet zetten om ze niet te pletten.

Ik beklim de uitkijktoren, die zich hoog boven het gebied verheft. Het is een van mijn favoriete plekjes, want daar hoog boven de wereld lukt het mij meestal om letterlijk boven mijn “aardse problemen” uit te stijgen, om ze voor even van afstand te bekijken. Ik neem de omgeving in mij op. Ik zie, hoe een waterig zonnetje door het wolkendek heen probeert te breken. En dan hoor ik ook hier de koekoek! Niet zoals thuis in Eemnes.  Nee, deze roep klinkt krachtig en vol overtuiging. Geen enkel spoor van teleurstelling! Ineens voel ik hoe een lichte bries mijn wangen beroert. Een vleugje energie, een vleugje inspiratie. Toch! Een stil gebed welt op in mijn hart.

Als ik na enige tijd weer beneden sta, voel ik mij een ander mens. Ik geef niet op! Er komt een dag, dat ik weer tussen de mensen zal wonen in de geborgenheid van het dorp. Het mag dan wat langer duren dan gehoopt, maar het komt goed! Als op vleugels gedragen wandel ik verder op deze mooie Pinksterdag. En ik weet, ik wandel niet alleen!


Wil Vos

Verborgen achter muren is het thema van de derde tentoonstelling in het jubileumjaar van museum Krona. In het artikel  Visioenen is al verhaald over de geschiedenis van het museum. De titel van deze tentoonstelling, Verborgen achter muren, intrigeerde mij zeer.

Wij hadden -zoals meer katholieke families- een tante zuster, die was ingetreden in een slotklooster en niet buiten de muren van het klooster kwam. Alles gebeurde binnen die muren. Er was wel een poortzuster die de deur opende, waarschijnlijk de enige zuster die direct contact had met de buitenwereld waarin wij gewone mensen leefden. We werden ontvangen in een bezoekkamer, en daar kwam bij hoge uitzondering tante zuster bij ons. Het geheel werd door ons kinderen als spannend ervaren. Het hoorde achteraf gezien bij die tijd. Maar wat zich verder binnen die muren bevond was voor ons een geheim.

Ook van de religieuze kunst die binnen de muren van het klooster aanwezig was, of in de kapel, kregen we weinig te zien. Nu vele kloosters en kloosterkapellen zijn gesloten en de religieuze kunst wordt bewaard bij bisdommen of in musea, kunnen we slechts af en toe het moois bewonderen  zoals hier in Krona, in speciale tentoonstellingen of vanuit de vaste collectie.

De muren omringen ook dit complex. Alleen staat nu de poort van de kruidentuin open om gasten binnen te laten die een kijkje willen nemen binnen de muren. Die hoge muren maken ook echt indruk op je. In de kruidentuin staat een kunstwerk gemaakt met behulp van motieven en ontwerpen die kinderen hebben aangeleverd, uitgevoerd door de kunstenaar in cortenstaal. De roestige kleur steekt prachtig af tegen het groen van de tuin, je wordt er naar toe getrokken om deze mooie samengestelde creatie te bekijken.

Wat ik ook heel knap vind van Krona , is hoe zij in hun tentoonstellingen proberen om de kinderen erbij te betrekken, zoals ook voor dat mooie kunstwerk in de tuin. Hiervoor worden scholen e.d. ingeschakeld, die onder begeleiding van een kunstdocent werkelijk prachtige objecten maken. En op die manier komen kinderen ook binnen de muren van het museum en nemen ze iets op van ons cultureel erfgoed.

Voorbeelden hiervan zijn de kroonjuwelen die ook prachtig passen bij de zusters Birgittinessen die in het kloostergedeelte van het gebouw wonen. De vlondertuinentoren, een prachtig voorbeeld van kruiden-en moes- en siertuinen, zo toepasbaar ook in de wereld van nu in Nederland in de weinige ruimte die er beschikbaar is, en een mooi voorbeeld van binnen de muren. Ruwe en gepolijste stenen, volgens mij gewoon omdat het zo fijn is om iets moois te maken en te laten zien.

Met eigen ogen zou je al die objecten moeten gaan bekijken. Helaas staat in het gidsje van de tentoonstelling niets over dit deel.
Uit de tentoonstelling zelf kies ik een paar beelden.

Als eerste iets van de kunstenares Nan Groot Antink,. In de gids staat :”Het museum maakt als enige in ons land deel uit van een deels bewoond abdijcomplex en heeft de beschikking over een kruidentuin, aangelegd naar middeleeuws voorbeeld. Deze verbinding tussen ’Kunst, Klooster en Kruidentuin’ ligt ten grondslag aan de opdracht aan Nan Groot Antink, om weefsels te maken met verfstoffen uit de tuin.” Het is het erekleed dat het beeld naar voren haalt. Het verbindt binnen en buiten het klooster. En het verbindt het oude beeld met het nieuwe weefsel.

De man van Smarten, gemaakt door Gijs Frieling in 1996 is voor mij ook een beeld van verbinding, niet van binnen en buiten het klooster, maar van de wereld om ons heen met ons. Op de afbeelding zie je Jezus als zwerver langs de Amsterdamse grachten. Het roept bij mij op, de bubbel waarin ikzelf leef, veilig, omsloten door de muren van ons huis, een veilige omgeving, mensen in je kring die er voor je zijn, op welke manier dan ook. Maar deze man, deze zwerver, hoe is dat voor hem? Hoe ervaart hij zijn bubbel? Vindt hij het goed zo? Zou hij het anders willen? En wij, hoe staan wij tegenover mensen buiten onze kring? Vragen waarop ik geen direct antwoord heb. Krona schrijft: ”De verbeeldingen van Jezus staan voor wat Museum Krona wil verbinden: oude en hedendaagse kunst, spiritualiteit en actualiteit.”

Ik kan alleen maar hopen dat we proberen, ieder op zijn of haar eigen plek en wijze, de verbindingen met de mensen aan te gaan. Dan verbindt oud zich met nieuw of jong, jong en nieuw zich met oud, dan verbindt binnen zich met buiten en buiten met binnen. Zo maken we kleine veilige plekjes binnen onze mogelijkheden, misschien wel kleine paradijsjes zoals de kinderen ze ook in deze tentoonstelling hebben gecreëerd.

 

 

 

 

 

 


Wies de Groot

 

De tentoonstelling in Krona is nog te bezoeken tot 22 september 2024.