Salesiaans Contact oktober 2025
In een grandioos weekend hebben we in het Franse Troyes samen met medebroeders van alle kanten van de wereld het 150-jarig bestaan van de Oblaten van Franciscus van Sales mogen vieren. U vindt hiervan een kort verslag in dit nummer van de hand van Marus Tijssen. Wil Vos deelt met ons van haar ‘Waardevol geschenk’ dat haar uitnodigt tot meditatie. Fijn dat we haar gedachten al lezend tot de onze mogen maken.
Alle goeds voor iedereen, Wim Holterman
Verslag van de reis naar Troyes, 2 t/m 5 oktober 2025
We schrijven 1875 en 2025 (de tijd waarin we nu leven), een tijdsspanne van 150 jaar tussen deze twee jaartallen en voelen de geladenheid van deze periode. We besluiten als Werkgroep Spiritualiteit dat we met een delegatie van de Salesiaanse Familie zullen afreizen naar de roots van de Oblaten van Franciscus van Sales, het Franse Troyes ten oosten van Parijs.
De reden: de Oblaten vieren dit jaar een dubbeljubileum; 150 jaar geleden stichtte Louis Brisson de congregatie in deze stad. Hij werd 34 jaar lang achter zijn broek gezeten door Marie de Sales Chappuis, om een mannelijke congregatie te stichten met als spiritueel patroon Franciscus van Sales, prinsbisschop van Geneve, residerend in Annecy (de Oblatinnen waren een paar jaar daarvoor gesticht). In datzelfde jaar 1875 overleed Marie de Sales Chappuis; haar opdracht was volbracht na een tumultueus leven als Visitandin. Twee gedenkwaardige feiten, die het vieren waard zijn en die deze reis rechtvaardigen.
Op Donderdag 2 Oktober 9.30 u. vertrokken we met een groep van 16 personen: 3 Oblaten en verder vertegenwoordigers van, op een na, alle kringen vanuit Sint Oedenrode. Onderweg werden verwachtingen gedeeld en genoten we van cakejes, die Annerie Arets ons had meegegeven en zongen we Marianne Mens toe , die jarig was.

Na een tussenstop kwamen we aan in Plancy, de geboorte- en sterfplaats van Louis Brisson. Plancy in de regio Champagne, het land van wijn, windmolens, boerencoöperaties en silo`s. We werden daar hartelijk ontvangen door de enige zuster die nog in het sterfhuis van Brisson woont. We bezochten de kerk en het huisje met de sterfkamer en genoten van de gepresenteerde drank en koekjes. We vervolgden onze weg naar Troyes en zochten daar in het hotel onze kamers op. Daarna verdeelden we ons in groepjes om wat te gaan eten in een van de volop aanwezige eetgelegenheden in het centrum.
Vrijdag,
De eerste volle dag in Troyes was er een openingsceremonie gepland in de Kathedraal om 14.30 u. Dus tot 14.00 uur hadden we de mogelijkheid het prachtige middeleeuwse centrum van de stad te bezoeken. Wij liepen een stuk van de stadswandeling langs schitterende bezienswaardigheden: heel veel vakwerkhuizen en veel kerken op een klein gebied. Een hele historische stad. Na de openingsceremonie in de kathedraal was er voor menig Oblaat een blij weerzien op het plein tussen collegae uit vele landen. Cyprien, een Franse Oblaat, die een groot deel van de organisatie aanstuurde, verzorgde daarop nog een rondleiding langs drie kerken: de Urbanus, de Saint Jean en de prachtige Madeleinekerk.

Uiteindelijk kwamen we aan bij Saint Bernard, het eerste opleidingshuis dat Brisson kocht, nu een lyceum voor jongeren. We werden daar ontvangen met een warme maaltijd in de kantine van het Lyceum. Champagne werd bij alle gelegenheden vrijelijk uitgedeeld, waarna steeds heerlijke wijn volgde. De Afrikaanse Oblaten zongen begeesterd een door hun gemaakt lied, waarin ze zich presenteerden;” Nous sommes les Oblats de Saint Francois de Sales”. Toen volgde er nog een concertje in de Saint Nicolaskerk. Een groep enthousiaste jongeren uit het jongerenpastoraat trakteerde ons daar op muziek en religieuze liederen, die we mee mochten zingen. Op de terugweg naar het hotel werden we begeleid door een behulpzame lokale dame, die ons de kortste route wees.
Zaterdag was een drukbezette dag. We bezochten de viering bij de Visitatie en werden daarna in 4 groepen rondgeleid door het huis. We bezochten de crypte van de Goede Moeder en de plaats waar Brisson haar vaak ontmoette, achter een traliewerk, en waar Brisson uiteindelijk de Heer zag en koos voor zijn stichtingsopdracht. We bezochten het uitgebreide tuincomplex. Bij alle bezienswaardigheden kregen we van de zusters veel wonderbaarlijke verhalen te horen. We genoten een lunch bij de Oblatinnen een paar honderd meter verderop en we kregen (te) lange verhalen in het rap Frans met betrekking tot ontstaan van de stichting en uitbreiding over de vele landen, waar Oblaten te vinden zijn. Menigeen van ons zat dan ook te knikkebollen! We konden ons vergapen aan de beroemde klok van Brisson, Vervolgens was er een galadiner op Saint Bernard. Wat een organisatie, wat een werk en wat een goede verzorging van alle gasten, Chapeau!! De avond werd afgesloten met een soort van bonte avond.
Op Zondag bezochten we de plaats waar Leonie Aviat haar eerste gelofte aflegde en werkte met de fabrieksmeisjes. Weer werden we overladen met heiligenverhalen. De vertalers (van Frans naar Engels) wisten gelukkig laconiek de te religieuze saus wat af te romen. We kregen een zeer uitgebreide warme lunch aangeboden door vrolijke Oblatinnen. De Oblaten kregen een mooie kaars en 3 flessen champagne aangeboden voor thuis. We wandelden vandaar, met de flessen en de kaarsen, naar de Kathedraal voor de wijdingsceremonie van 2 diakens en 3 priester-Oblaten. 
Een indrukwekkende, drie uur durende viering in een overvolle kathedraal met tientallen priesters, die zelf geëmotioneerd de handen oplegden bij de al even emotionele wijdelingen. Ook ons liet dat niet onberoerd: het doorgeven van de spiritualiteit van FvS wordt mede hierdoor gegarandeerd. Toen we de kerk verlieten kwam de bus al aanrijden om ons naar Sint Oedenrode terug te brengen, waar we om 1.05 u. die nacht vermoeid, maar ook zeer voldaan afscheid van elkaar namen, dankbaar voor wat we samen hadden beleefd in verbondenheid met elkaar.

Marus Thijssen
EEN WAARDEVOL GESCHENK
Meer en meer maakt het licht van de zomer plaats voor de schemering van de invallende herfst. De dagen worden rap korter, de avonden langer. Voor het eerst sinds lange tijd zie ik deze seizoenswisseling weer met vertrouwen tegemoet. De laatste jaren bezorgden een naderende herfst en winter mij een diep gevoel van onbehagen. Maar nu ik vanuit het open, stille en ’s nachts zo donkere buitengebied van Eemnes teruggekeerd ben naar de geborgenheid van het dorp, is dat gevoel verdwenen. Weer in de bewoonde wereld te mogen en te kunnen wonen stemt mij dan ook nog altijd met diepe dankbaarheid. Twee jaar geleden al nam ik het besluit om mijn geboorteplek aan de uiterste rand van de polder, waar ik na 36 jaar uiteindelijk toch weer was geplant, wederom te verlaten. Dat ging gepaard met veel wikken en wegen, waarbij ik o.a. ook bij Franciscus van Sales te rade ging, middels zijn boek “Inleiding tot het devote leven”. Op de allereerste plaats zijn de aanbevelingen daarin gericht op het verbeteren van onszelf met betrekking tot onze relatie met God. Maar daar voor mij die relatie geheel geïntegreerd is in het leven van alle dag, is het heel gewoon geworden in tal van zaken dat boek erop na te slaan. Dus ook toen bij mij dat gevoel van verlangen naar een ander leven almaar sterker werd. In het 6de hoofdstuk van het tweede deel van dat boek las ik:
“JE MOET ECHTER NIET TEVREDEN ZIJN MET GEVOELENS IN HET ALGEMEEN, HET GAAT ER JUIST OM ZE TE LATEN UITMONDEN IN PRAKTISCHE BESLUITEN”
Maar alleen met een besluit kom je volgens Franciscus nog geen steek verder:
“WANT NIET MET GEVOELENS VERBETER JE JEZELF, MAAR WEL MET HET VASTE VOORNEMEN JE BESLUITEN OOK UIT TE VOEREN”.
Om een lang verhaal kort te maken: die uitvoering heeft veel energie gekost, maar wat heeft het veel opgeleverd!
Edith Spelt, een kunstenares, waar ik al jaren een bijzonere vriendschap mee heb, bood mij als geschenk bij het begin van deze nieuwe
levensfase aan, dat ik één van de vele schilderijen die zij ooit maakte mocht uitzoeken. Zij schildert vanuit de spirituele wereld, zoals zij dat zelf verwoordt en een groot aantal van haar werken staan in depot. Middels een catalogus kon ik een keuze maken. Eén sprong er voor mij direct uit: Een groot doek, waarop een vrolijk gekleurde weg is afgebeeld. Aan de rand daarvan echter, tekenen zich donkere contouren af en ineens eindigt die weg abrupt. Maar niet in een donker gat, nee, rond het niets is een explosie te zien van kleuren, vooral van groen. De kleur van de hoop! Ik werd er helemaal warm van. Met verf en penselen had Edith mijn ervaring vast weten te leggen dat, als alle grond onder je voeten verdwijnt, je toch nooit hoeft te wanhopen. Dat als je valt, het in Gods’ handen is.
Als er iets is, waar we in deze wereld nu behoefte aan hebben, dan is het wel hoop. Aan de hoop als zodanig heeft Franciscus van Sales geen enkel hoofdstuk van zijn boek “de Inleiding” gewijd, maar tegelijkertijd ademt alles wat Hij daarin heeft geschreven die hoop uit. Hoop, dat wij uiteindelijk onze bestemming zullen vinden in God, die in onmetelijke liefde naar ons omziet en die nooit laat varen het werk van zijn handen. Hoop, van waaruit ook Pater Brisson (1817-1908) stichter van de Oblatinnen en Oblaten van Franciscus van Sales moet hebben geleefd, toen aan het eind van zijn leven zijn hele levenswerk ten onder dreigde te gaan. Aan het begin van de 20ste eeuw moest hij toezien, hoe op last van de Franse regering alle religieuze congregaties in Frankrijk opgeheven werden, dus ook die van hem. Maar ook de scholen en jeugdhuizen die hij had opgericht. Zelfs zijn eigen huis in Troyes, evenals dat in Plancy, werd hem ontnomen. Maar daar Oblaten en Oblatinnen zich intussen hadden verspreid over delen van Europa en de verdere wereld, bleek de spiritualiteit van Franciscus van Sales gelukkig niet meer te stoppen!
Dat mocht ik met vele anderen de eerste dagen van oktober weer ervaren in Troyes, waar we bijeen waren rond de feestelijkheden die daar plaatsvonden ter gelegenheid van het feit dat het 150 jaar geleden was dat Pater Brisson de congregatie van de Oblaten van Franciscus van Sales stichtte. Het waren onvergetelijke dagen, waarin die Salesiaanse spiritualiteit volop voelbaar was en uitgedragen werd. Maar voor mij waren ze tevens een bron van inspiratie om deze spiritualiteit uit te blíjven dragen, met alle middelen die ons daarbij ter beschikking staan.
Weer thuis kijk ik naar mijn schilderij, dat een zodanige plek in mijn huis heeft gekregen, dat niets de aandacht afleidt van hetgeen erop te zien is. Een plek die mij uittilt boven de hectiek van alledag en die uitnodigt tot meditatie. Een klein, maar voor mij heel bijzonder detail: Edith schilderde het al in 2003, het jaar dat ik voor het eerst in Annecy in de voetsporen van Franciscus van Sales mocht treden…….. maakt dit geschenk voor mij nog waardevoller!

Wil Vos-Post
Om de feestelijke vieringen in Troyes te bekijken kunt u de volgende link gebruiken:
Op YouTube: Le monde de François de Sales
Daar staan de openingsceremonie en de viering op zaterdag 4 oktober 2025; voor de viering van zondag 5 oktober kunt u onderstaande link gebruiken.
https://www.youtube.com/live/gLGb6KtC4VY?feature=shared







Het is natuurlijk prima, dat je de jouw opgelegde taken met zorg uitvoert, maar zorg is heel iets anders dan gejaagdheid. Zorg en ijver zijn tekens van liefde, gejaagdheid heeft heel andere wortels. Daarom wordt je gemoedsrust door zorgzame ijver niet verstoord, maar des te meer door overdreven haast. Probeer je daarom bij je werk echt nooit te haasten. Je komt dan namelijk niet aan een goed oordeel toe en daardoor behartig je je zaken slecht. “Martha toch, wat maak je je druk over allerlei dingen”, zegt Jezus (Lukas 10,41). Het bevalt Hem niet, dat de gastvrouw zich zo onnodig van streek maakt. Daarmee bewijst ze haar gast immers juist een slechte dienst.

Don Bosco en de Oblaten van Sint Franciscus van Sales met hun mannelijke en vrouwelijke takken in Nederland de bekendste voorbeelden zijn. Dit Pinksteren was het resultaat van de confrontatie met maatschappelijke noden tijdens de industrialisatie en de herontdekking van de boodschap van Franciscus van Sales (1567-1622), na Erasmus de grootste christen- humanist van zijn tijd. In 1877 werd Franciscus van Sales door paus Pius IX tot kerkleraar uitgeroepen, wat zijn spirituele erfenis onderstreept.
Toch had ik nooit de moed om er eens binnen te gaan. Het is een kerk van de Protestantse gemeente en meestal koos ik toch voor de RK kerk in Dedemsvaart of in Coevorden. Die Pinksterdag dus niet. Was het het werk van de H. Geest? Hoe dan ook, die ochtend werd ik er als het ware naar toe getrokken. Zoals ik al verwacht had, was de kerk van binnen heel sober: eenvoudige blauw-grijze banken, deuren in dezelfde kleur en voorin een enorme, eveneens blauw-grijze preekstoel. Aan het plafond een aantal kroonluchters en aan de muren een paar borden met teksten, die voor mij van afstand niet te lezen waren. Verder nog een paaskaars en een boeket bloemen. Anders niets. In de banken zo’n honderd mede-gelovigen, maar op die preekstoel een heel bijzondere dominee!




Willem werd geboren in Millingen aan de Rijn op 9 juni 1933. Hij trad op 30 augustus 1951 toe tot de Congregatie van de Oblaten van Franciscus van Sales en werd door Mgr. W. Bekkers priester gewijd op 21 februari 1959. Op 8 april 2025 is hij – gesterkt door het Sacrament van de Zieken – overleden. Op 15 april 2025 hebben we in een plechtige Eucharistieviering afscheid van hem genomen en hem begraven bij zijn medebroeders op het kerkhof Broekhoven in Tilburg.
wat het voor jou heeft betekend om op de vlucht te zijn, en hoe het was om moeder van Jezus te zijn. Waar haalde jij de kracht vandaan om Hem trouw te blijven, zelfs toen Hij gemarteld werd, toen je Hem voorgoed moest loslaten? Voor ouders toch het ergste wat hen kan overkomen. Dat kan voor jou toch niet anders zijn geweest!

Thuis was ze niet meer welkom. Haar kamer in de stad kon ze niet meer betalen. Zo raakte ze dakloos; nu al weer bijna tien jaar geleden. ‘Er is nog weinig over van wie ik écht ben’, vertelt ze. ‘Het enige wat mij nog een beetje eigenwaarde geeft is dat ik me elke morgen een beetje mooi kan opmaken.’ De vrouw liet me een vuile plastic tas zien met allerlei make-up. Best veel voor mijn gevoel. Ze vertelde verder: ‘Elke maand, als het geld binnenkomt, maak ik het op aan drugs en drank. Maar een klein bedrag geef ik uit aan lippenstift of oogschaduw. Dat geeft me een goed gevoel. Deze maand is het er echter bij ingeschoten en heb ik niets voor mezelf kunnen kopen. Vandaar dat ik u om een euro vraag.’ Het valt even stil. Haar verhaal raakt mij. Ik ben er door ontroerd.





Louis Brisson legde met een handvol andere priesters de eerste kloosterge¬loften af in handen van de bisschop van Troyes. De meesten waren, net als hij zelf, al wat oudere ‘wereldhe¬ren’ die in het onderwijs werkten. Dat gebeurde in 1876, toen Pater Louis Brisson bijna zestig was. Als stichtingsdatum voor de Oblaten is gekozen 21 decem¬ber 1875, de dag waarop door ‘Rome’ de voorlopige goedkeuring gegeven werd. Zo aarzelend als Abbé Brisson aan het werk begon dat de Goede Moeder hem in naam van God oplegde (zij zelf stierf op 7 oktober 1875), zo ijverig heeft hij nog 33 jaar met grote energie aan de innerlijke en uiterlijke groei ervan gewerkt. Pas vijf jaar voor¬dat hij stierf verliet hij Troyes om te gaan wonen in een kleine woning in zijn geboortedorpje Plancy. De omstan-digheden dwongen hem daartoe. Want Frankrijk had weer een van haar anti¬kerkelijke kuren gekregen. Als jonge en nog nauwelijks opgemerkte stichting werden de Oblaten niet direct in hun voortbestaan bedreigd, maar toch waren ook voor hen voorzichtigheid en verstandig vooruitzien geboden. Ook had Brisson al snel een conflict met de bisschop van Troyes, want de congregatie was van het diocesane recht (viel onder verantwoordelijkheid van de lokale bisschop). Brisson zocht daarom contact met de Congregatie van de Propaganda Fide in Rome. Deze gaat over de missiegebieden. Brisson vroeg om aan de Oblaten een missegebied toe te wijzen. Het werd Zuid-Afrika. Vanaf dat moment viel de jonge congregatie rechtstreeks onder ‘Rome’ en was niet afhankelijk van de willekeur van bisschoppen; problemen met de bisschop van Troyes hadden de stichter genoeg leergeld doen betalen.
Lieve mensen, wellicht hebben jullie langs een of andere weg vernomen dat onze pater Willem Spann in januari een lelijke val heeft gemaakt. We hebben toen niet meteen het vermoeden gehad, dat dit een prelude was op het gaan naar zijn sterven. Enkele weken geleden is hij opnieuw gevallen en heeft hij bij nader inzien zijn heup gebroken. De artsen hebben getwijfeld of een operatie hem nog zou kunnen redden. Willem zelf was echter zo vol levenswil, dat hij uiteindelijk toch is geopereerd ondanks zijn hoge leeftijd en zijn zwakke hart. Maar helaas bleek na korte tijd dat zijn levenseinde niet ver meer kon zijn. Op de morgen van 8 april iets na negen uur is hij uiteindelijk heel rustig ingeslapen. Enerzijds kunnen we vrede hebben met zijn dood. We mogen dankbaar zijn voor zijn lange leven van bijna 92 jaar. Hij heeft bijna tot het einde toe zich kunnen en mogen inzetten voor onze congregatie. Ook al maakte hij geen deel uit van een Salesiaanse Kring, hij voelde zich er heel nauw mee verbonden. Tot op zijn zeer hoge leeftijd heeft hij gezorgd voor allerlei vertaalwerk. Hij had nog nieuwe plannen zelfs. Anderzijds voelen we heel intens de kwetsbaarheid van ons kleine en ouder wordende Oblatengroepje. Iemand, met wie je je zolang verbonden voelde door een hartelijke broederschap, moeten afgeven aan de dood slaat opnieuw een pijnlijke wonde op weg naar onze uiteindelijke voltooiing. Het enige dat ons overblijft is het vertrouwen, dat er over de grens van de dood heen een God is, die een ‘arm om Willems schouder’ slaat en hem thuis haalt, voorgoed.


Jezus beëindigt zijn inaugurale rede met de aankondiging van een ‘jubeljaar’, een ‘genadejaar van de Heer’. Voor de Joden een belangrijk jaar, dat op de grote Verzoendag wordt ingeluid met plechtig en lang aangehouden geschal op de ramshoorn (sjofar). In zo’n genadejaar worden schulden vereffend of kwijtgescholden. Slaven worden vrijgelaten. Zelfs de grond blijft een jaar braak liggen, want ook onze aarde mag niet worden uitgebuit. Kortom een jaar om met een schone lei te beginnen. Ook al is de werkelijkheid vaak wel wat weerbarstig, Jezus zet hier de toon voor zijn verdere leven. Zó anders als 20 januari jongstleden! Bevrijding in plaats van deportatie.
als missionaris in de Chablais. Voor hem geen machtsvertoon, geen grote lege woorden. Hij laat telkens zien, dat hij een ‘heilig hart’ heeft voor de mensen op zijn weg. In zijn boek ‘François de Sales’ vertelt pater Dirk Koster daar over, als hij o.a. schrijft over de tijd dat onze heilige de pas overleden bisschop Granier opvolgt in Annecy. ‘Als bisschopstaf koos hij een ranke staf, met in de krul een herder die een schaap op zijn schouders draagt. (…) Hij koos ervoor ruim aandacht te geven aan gebed, armoede en vasten. Hij wilde goedgeefs zijn en beschikbaar. Hij wilde regelmatig biechten en dagelijks de mis vieren.(…) Voor de wijding strekte François zich languit op de grond. Toen hij opstond zagen allen zijn gezicht glanzen als in geestverrukking. Hij voelde dat God de wijding in hem bezegelde en dat Maria hem in bescherming nam. Hij bleef lang onder de indruk van deze innerlijke gloed’ (blz. 91 – 92). Zijn bisschopswijding is een nieuwe stap op de weg van de navolging van Jezus. Op 25 januari hebben we als Salesiaanse Familie zijn leven feestelijk herdacht in de hoop en de verwachting dat die herdenking ons blijft aanzetten om – geïnspireerd en gesterkt door zijn voorbeeld – in zijn voetstappen verder te gaan. Moge hij voor ons een ‘doctor amoris’, een leermeester in de liefde, blijven. Wellicht als een goed tegenwicht van het gebeuren op 20 januari!
Op 25 januari vierden de oblaten samen met de Salesiaanse familie de feestdag van Franciscus van Sales in Eemnes.
Don Bosco (DB) leefde weliswaar zo’n 200 jaar later als Franciscus van Sales (FvS) maar bij alles wat hij deed was FvS zijn grote inspirator. Al tijdens zijn studietijd in Chieri en Turijn ontdekt DB deze heilige, die al in 1622 vastenpreken hield in Chieri. De spiritualiteit van FvS fascineerde hem. Met name de idee dat de liefde tot God onlosmakelijk verbonden is met de liefde tot de mens. En dat het er om gaat om de gewone dingen van elke dag op een buitengewone manier te doen, met zachtmoedigheid en geduld.


Na de boodschappen gedaan te hebben loop ik terug naar de auto. Weer kom ik dezelfde man tegen. En weer begroet hij mij enthousiast. Hij zal mij wel kennen van de parochie, zo denk ik. Na even twijfelen besluit ik het hem te vragen. ‘Of ik u van de parochie ken? Nee hoor, ik kom hier niet vandaan en heb helemaal niets met de parochie, ik heb geen geloof, daar ben ik niet mee opgegroeid.’ We raken met elkaar dieper in gesprek. Onder andere vertelt de man mij dat hij wel eens jaloers is op mensen die geloven. ‘Mensen die geloven, putten daar blijkbaar kracht uit en hebben altijd Iets of Iemand om op terug te vallen’, zegt hij, ‘maar jammer genoeg heb ik dat niet meegekregen en ook nooit geleerd.’
En dan natuurlijk op Koningsdag de 2 smulkramen, met wel 11 verschillende versnaperingen, zoals oliebollen, appelflappen, oranje tompoezen, oranje soezen, die altijd als warme broodjes over de toonbank gaan.
De gasten zullen op dinsdagmiddag 21 januari op Schiphol aankomen en vertrekken weer op maandagavond 27 januari. Er wordt dus hard gewerkt om de gasten een aantrekkelijk programma voor te schotelen. Een dagje Amsterdam, natuurlijk een rondleiding door Eemnes; bezoek aan een basisschool; en op de dag van aankomst vallen ze met hun neus in de boter, nou ja eigenlijk in de boerenkool. Op deze avond wordt de jaarlijkse boerenkoolavond als bedankje voor alle vrijwilligers van Friersdale gehouden. Meteen een goeie gelegenheid om elkaar te ontmoeten.