Salesiaans contact december 2023

Zalig Kerstmis

Met welk gevoel ga je dit jaar het Kerstfeest tegemoet? Misschien is het licht in je hart en kijk je met een blij en dankbaar gevoel uit naar de feestdagen aan het eind van 2023. Maar het kan ook zijn dat het donker is in je binnenste en dat je tegen Kerstmis opziet als tegen een berg. Zoals iemand zei: Ik wou dat de feestdagen maar vast voorbij waren. Ik zal blij zijn als het januari is”.
Maar het kan ook zijn dat je van beiden iets hebt: Dat het licht en het donker zich in jou afwisselen, dat er een eindeloos verlangen naar geluk uit je diepste naar boven komt en dan weer angst en eenzaamheid je overvallen.

Het is net alsof we met Kerstmis veel intenser voelen wat er in ons is. De goedheid en de liefde van onze medemensen raken ons dieper maar ook het gemis van mensen, de pijn van ziekte en tegenslag of de herinnering aan mensen die van ons heengingen. Het licht en het donker raken ons meer dan anders. Wellicht dat ook de verwarring in ons land en de vreselijke dingen die op onze aarde gebeuren je hart donker maken.

Het licht is een wonderlijk geschenk. Niet alleen het licht van de zon en de maan of van een kaars of de lichtjes in de kerstboom. Maar nog meer het licht in onszelf. Het licht laat ons iets ervaren van een andere wereld die dwars door ons leven heen schijnt. Licht dat ons uitzicht geeft, licht dat onze angst wegneemt, licht dat ons de weg wijst, licht dat ons doet leven ondanks alle donkerte en dood. Licht ook zo kwetsbaar en vluchtig. Geen wonder dat we in deze donkere tijd van het jaar overal lichtjes aansteken. “Laat het licht maar toe in je hart”, zeggen ze ons. Dat licht kunnen we bij elkaar oproepen als we elkaar met liefde en goedheid tegemoet treden. Als we zelf een levend licht worden in onze wereld. Als we elkaar met begrip en warmte omringen, heel dichtbij van mens tot mens. En er dan op vertrouwen dat dit licht ook door mag schijnen naar alle mensen wereldwijd.

In het kerstverhaal lezen we: “De herders werden omgeven door het stralende licht van God”. Dat dit ook met jou en met al onze medemensen mag gebeuren.

Dat wens ik je van harte toe, vooral als het donker is in je hart door ziekte, verdriet, angst of pijn. Dat het licht jou mag aanraken en strelen en je vrede mag schenken.

Namens mijn medebroeders wens ik u allen van harte  een Zalig Kerstfeest en een goed Nieuwjaar.

Geloof in het leven,

Hoop op de toekomst

Liefde die donkere dagen verlicht

……als een ster in de nacht                            

Kees Jongeneelen osfs 

 INNERLIJKE RUST

 “Al gaat de hele wereld rondom je op zijn kop staan, dan moet jij nog een punt van onveranderlijke rust blijven, …………………

Aldus het eerste gedeelte van een uitspraak van Franciscus van Sales.  (de Inleiding, deel 4, hfdst. 13). Ik heb hier nogal eens moeite mee. Te vaak, te snel laat ik me beïnvloeden door dingen, die van buiten op mij afkomen met soms grote innerlijke onrust tot gevolg. Maar vandaag even niet! Op deze winterse decembermorgen zit ik heerlijk warm bij mijn houtkachel, waarin een prachtig vlammenspel zichtbaar is. Op het tafeltje naast mij een brandende kaars en een boek uit de bibliotheek. Dit keer “Sonny Boy”, geschreven door Annejet van der Zijl. En het bijzondere hieraan is, dat het nu eens niet geleend is, maar gekregen. Zomaar een cadeautje van de leeszaal, bedoeld om het lezen te bevorderen. Maar niet alleen dat. Aan het geschenk is ook een opdracht verbonden: het boek ter sprake brengen bij mensen om je heen. Nou, daartoe ben ik gaarne bereid, maar dan zal ik het toch eerst gelezen moeten hebben. Vandaar dat ik mij op deze maandagochtend in mijn stoel genesteld heb. Terwijl ik het boek ter hand neem, gaat mijn blik nog even naar het vuur in de kachel en blijft daar hangen.

“lezen en vervolgens met anderen daarover het gesprek aangaan”

hoor ik in gedachten de medewerkster van de bibliotheek weer zeggen.

Een leuke uitdaging, maar niet nieuw! Want dat doen we immers al jarenlang binnen onze kringen met de teksten van Franciscus van Sales.  Teksten die hij schreef met zijn ganzenveer bij het schamele licht van een brandende kaars, terwijl een vuur in de open haard de kou probeerde te verdrijven. Hoe vaak zal Frans, evenals ik nu, zich ook niet gekoesterd hebben in die warmte. Vuur, ontstaan uit slechts één vonk. Vuur, dat allesvernietigend kan zijn, maar dat ook warmte, licht en inspiratie geeft. Van het vuur in de kachel gaat mijn blik naar mijn brandende kaars, ook ontstoken met één vonk. Ook die kaars verspreidt licht en warmte, maar wel op een geheel andere wijze. De kachel heeft een prominente plaats in mijn kamer, de positie van de kaars is veel bescheidener. Maar waar de warmte van de kachel slechts een beperkte ruimte vult, reiken het licht en de warmte van de kaars veel verder! Die  kachel mag dan mijn huis verwarmen, die kaars verwarmt mijn hart. En niet alleen dat van mij!

Deze kaars heb ik ontstoken met de bede, dat ze ook wat licht, warmte en  hoop zal brengen in de harten van de mensen die dat zo goed kunnen gebruiken. Bij het aansteken van de kachel is zo’n bede nog nooit bij mij opgekomen. Waarom dan wel bij een kaars? Wat is dat “geheim”?

Het is Wim Collin, Salesiaan van Don Bosco, die voor mij een tipje van de sluier rond dat “geheim” heeft opgelicht. Binnen onze kring lezen wij momenteel zijn bijdragen over Franciscus van Sales die hij schreef rond het dubbeljubileum van Franciscus en Jeanne de Chantal (2022). In zijn tweede bijdrage schrijft Wim over het goddelijke en het menselijke in de spiritualiteit van Franciscus en zegt hij o.a. dat volgens Franciscus de mens niet compleet is, als er in hem of haar geen eenheid is tussen geest en lichaam. Volgens Wim wist Frans dat uit te leggen aan de hand van een kaars, waarvan de lont en de was noodzakelijkerwijs met elkaar in verbinding moeten staan. Zo zou Frans in een preek op het feest van Lichtmis het volgende gezegd hebben:

“De aard van de lont is edel, omdat de lont wordt gemaakt van katoen en katoen groeit in bomen en bomen staan dichter bij de hemel en dus dichter bij God. De was, daarentegen, geproduceerd door bijen komt van bloemen. Bloemen staan dicht bij de aarde en daarom is de was minder nobel.

Nu gebied de eerlijkheid mij te zeggen, dat ik mijn wenkbrauwen fronste bij zijn uitspraak betr. de katoen, die in bomen zou groeien…..Echter, na enig speurwerk ontdekte ik dat er inderdaad katoenbomen zijn………Ook hier sprak Frans dus vanuit gedegen kennis…….

Door de ogen van Franciscus naar mijn kaars kijkend, begin ik er misschien iets van te begrijpen. Via de edele lont, die de was doet smelten, worden onze aardse menselijke noden als het ware opgezogen en via het licht van de vlam bij God gebracht. Wat een prachtig beeld! Net zoiets als wierook, waarmee onze gebeden opstijgen. Een simpele kaars kan ons dus dichter bij God brengen. Dat brengt mij bij het tweede deel van de  uitspraak waarmee ik dit verhaal begon:

…………..de rust vanwaar je uitziet naar God, verlangt naar God, streeft naar God”

Uitzien naar God. Misschien doen we dat wel meer dan ooit in deze adventstijd, in een wereld, die zo ten prooi is aan geweld, haat en onbegrip. Uitzien naar God, die als een klein kind naar onze wereld kwam om zijn boodschap van liefde uit te dragen. Dat we in deze tijd innerlijke rust mogen vinden om vanuit die rust met vertrouwen het nieuwe jaar in te gaan. Bij mijn brandende kachel en mijn brandende kaars sla ik nu dan toch mijn boek open.

Wil Vos

Aan de rand van de Hemel; Visioenen

Museum Krona in Uden heeft een plekje ingenomen in ons, in mijn hart. Het museum is gevestigd in het klooster van de zusters Birgittinessen. Birgitta van Zweden leefde van 1303-1373. Zij trouwde, kreeg acht kinderen en na de dood van haar man besloot zij kloosterling te worden. Het eerste klooster in Nederland werd gesticht in Koudewater en was een dubbelklooster voor broeders en zusters. De zusters dragen een sluier met de vorm van een kroon, en daar komt ook de naamgeving van het museum vandaan. Er wonen nog zusters in het complex.     

De tentoonstellingen die in Krona worden gehouden verbinden verleden en heden met elkaar. Dat is een kracht die inspiratie geeft, die je begeestert, die je visioenen geeft in de breedste zin van het woord. Je verlaat het museum niet zonder stof, beelden en geluid om over na te denken. Het museum werd gesticht in 1973 en bestaat dus 50 jaar. In het kader van dit jubileum worden drie tentoonstellingen georganiseerd waarvan de middelste getiteld is ‘Aan de rand van de hemel: visioenen’. Het thema sluit goed aan bij Birgitta van Zweden en de zusters Birgittinessen. Birgitta is bekend geworden door haar visioenen en boodschappen, aan haar -naar haar overtuiging- geopenbaard door de Heer zelf. In deze visioenen werd grote nadruk gelegd op het lijden van Christus en de deelname daaraan door de          biddende gelovigen. In haar Revelationes beschrijft zij 700 visioenen. Visioenen waarin -volgens de museumgids- Jezus en Maria haar meenamen in het geheim van hun leven, hun geluk en lijden. Leven, geluk en lijden komt in heel de tentoonstelling naar voren.

Vier objecten, die op mij grote indruk hebben gemaakt, heb ik gekozen om hier met jullie te delen.

“How is your own dead so inconceivable? (Emma Talbot, 2019)
Het is een meer dan mensgrote oermoeder, gemaakt aangekleed met prachtige stoffen, borduurwerk en meer. Ik wordt alleen al sprakeloos en verwonderd bij het aanzien van dit kunstwerk, zonder dat ik eerst de beschrijving in de museumgids heb gelezen. “Een mantel madonna, een voorstelling van Maria die de gelovigen met haar mantel beschermend omvat, omsluit deze oermoeder een stervend figuur op een steen.” Iets van die ondoorgrondelijke dood licht op in dit kunstwerk.

 

Mantel der liefde (Alexandra Drent 2011)
Ook deze “mantel der liefde“ roept bij mij de verwondering op. Sprakeloos word ik van het prachtige borduurwerk, de kleuren, de gebruikte symbolen. Dat een mens zo iets spiritueels kan maken is echt verbazend. Alexandra roept door het borduren -volgens de museumgids- “levendige en mystieke textielcollages op waarin de vrouw de hoofdrol speelt. Ze noemt haar textielstukken ‘Female Totems’. Ze toont de vrouw in al haar kwetsbaarheid, met haar verlangens, mystieke ervaringen, melancholie, haar zoektocht naar ware liefde en vult deze aan met elementen uit de natuur, zoals planten en bloemen”. Laat het voor mij een beschermende mantel zijn en niet een mantel die bedekt wat niet gezien mag worden, een mantel waar je warmte en veiligheid kan zoeken, waar onder je kunt schuilen, je geheimen kunt bewaren, je verdriet kunt delen en kunt uithuilen en de moed kunt verzamelen om opnieuw te beginnen. Dat is voor mij een mooi visioen.

Unitied (Femmy Otten, 2021)
Het kunstwerk hangt op een mooie lichte muur en trekt absoluut de aandacht. Je kunt er heel verschillend naar kijken. Is het een oog? Is het een vulva? Is het een knoest in een boom waarin we iets herkennen? Wat benadrukt de gladde, witte, vlakgemaakte rand? Welke verbeelding roept dit bij je op? Het mooie aan dit werk is, dat je er als kijker verschillende kanten mee op kunt. Je gedachten laten je dan een beeld ervaren dat bij die gedachte past, door te denken zie je dingen, je neemt waar. De tekst op de muur bij het kunstwerk geeft de volgende uitleg. “Een visionair toont het verschil tussen kijken en zien. Het reliëf lijkt daar – als een schematische weergave van een oog- naar te verwijzen. Oplichtend als een aureool verschijnt in de pupil een vorm die het midden houdt tussen het blad van een plant, een vrouwelijk geslacht en een wond. Het werk herinnert in zijn compositie aan de kosmos miniatuur uit de Scivias van Hildegard von Bingen, waarin de hemelse oneindigheid wordt verbonden met het vrouwelijk geslacht en de baarmoeder, symbool van de menselijke geboorte op aarde. De keuze van de houtsoort, burl of wortelknel, een soort wondhout uit Australië, brengt de devotie van de zijdewond van Christus in gedachte die in de late middeleeuwen haar hoogtepunt bereikte. Daarmee hint Otten naar de onverbrekelijke band tussen zacht en hard, wond en heling, dood en geboorte, het aardse en het transcendente en droom en werkelijkheid.”

Two Sacrifices (Femke van Wijk, 2021)
Het laatste tentoongestelde werk dat ik hier aan jullie wil laten zien en laten ervaren is zeker een opvallend werk, dat ook nog past in deze tijd van het jaar. Als je de ruimte binnenkomt valt het werk je direct op. Een grote ossenkop met een glinsterend vlak. Van binnen verlicht. Het trekt je aan, je wil er naar toe, kijken wat dit beeld je te vertellen heeft. Binnen in het glazen vak zie je op een prachtig azuurblauw kleed een piepkleine goudgekleurde kerststal. Zo mooi dat goud op blauw, je zou het in je handen willen nemen, het willen vasthouden. Wat wil dit nu zeggen, behalve dan dat het ondanks het vreemde van in het ossenhoofd te zitten het je toch aantrekt en verwondert. De titel van het kunstwerk wordt toegelicht in een begeleidende tekst. “In het voorhoofd van een monumentale ossenkop zit een glazen luikje, waarachter een kerststal op een blauwe doek ligt. Van Wijk speelt daarmee in op het visioen van Birgitta van de geboorte van Jezus. De os Two Sacrifices lijkt een reliekhouder te zijn geworden voor dit droombeeld. Birgitta’s visioen heeft de verbeelding van de geboorte in de kunst blijvend beïnvloed. “In 1372 schijnt Birgitta van Zweden op pelgrimage naar Palestina in de geboortegrot te Bethlehem in een visioen allerlei informatie gehad te hebben van Maria over en rondom de geboorte van Jezus. Op dit visioen is in de kunst vaak teruggegrepen en het is nu nog herkenbaar in onze kerststal.

Tenslotte: Ook wij zetten zoals elk jaar de kerststal neer, nu wetend dat het beeld al bepaald werd in de middeleeuwen door de beschrijvingen van de visioenen van Birgitta van Zweden. Maar ons gevoel bij de stal, zal er niet minder om zijn. En nu vooral hopend op meer vrede en verdraagzaamheid in de wereld. Zalig Kerstfeest!

 

  Wies de Groot

Aan de rand van de Hemel: Visioenen is nog te zien t/m 1 april 2024
Van Birgitta van Zweden en Hildehard von Bingen tot Femmy Otten en Emma Talbot: Aan de rand van de Hemel. Visioenen verbindt middeleeuwse heiligen met hedendaagse kunst van toonaangevende vrouwelijke kunstenaars uit binnen- en buitenland. Allemaal benaderen zij het thema ’visioenen’ op hun eigen manier. De ene keer ingetogen, een andere keer uitbundig. Van interactieve installaties tot geurervaringen en filmbeelden die je doen huiveren en glimlachen. De tentoonstelling laat zien dat het visioen ons geregeld aan de grens van ons voorstellingsvermogen brengt of daar zelfs overheen gaat. Het zijn de onnavolgbare wegen van het visioen die ons voeren naar de rand van de hemel.

Innerlijke rust

“Al gaat de hele wereld rondom je op zijn kop staan, dan moet jij nog een punt van onveranderlijke rust blijven, …Aldus het eerste gedeelte van een uitspraak van Franciscus van Sales. (de Inleiding, deel 4, hfdst. 13). Ik heb hier nogal eens moeite mee. Te vaak, te snel laat ik me beïnvloeden door dingen, die van buiten op mij afkomen met soms grote innerlijke onrust tot gevolg. Maar vandaag even niet! Op deze winterse decembermorgen zit ik heerlijk warm bij mijn houtkachel, waarin een prachtig vlammenspel zichtbaar is. Op het tafeltje naast mij een brandende kaars en een boek uit de bibliotheek. Dit keer “Sonny Boy”, geschreven door Annejet van der Zijl. En het bijzondere hieraan is, dat het nu eens niet geleend is, maar gekregen. Zomaar een cadeautje van de leeszaal, bedoeld om het lezen te bevorderen. Maar niet alleen dat. Aan het geschenk is ook een opdracht verbonden: het boek ter sprake brengen bij mensen om je heen. Nou, daartoe ben ik gaarne bereid, maar dan zal ik het toch eerst gelezen moeten hebben. Vandaar dat ik mij op deze maandagochtend in mijn stoel genesteld heb. Terwijl ik het boek ter hand neem, gaat mijn blik nog even naar het vuur in de kachel en blijft daar hangen.

“lezen en vervolgens met anderen daarover het gesprek aangaan” hoor ik in gedachten de medewerkster van de bibliotheek weer zeggen. Een leuke uitdaging, maar niet nieuw! Want dat doen we immers al jarenlang binnen onze kringen met de teksten van Franciscus van Sales. Teksten die hij schreef met zijn ganzenveer bij het schamele licht van een brandende kaars, terwijl een vuur in de open haard de kou probeerde te verdrijven. Hoe vaak zal Frans, evenals ik nu, zich ook niet gekoesterd hebben in die warmte. Vuur, ontstaan uit slechts één vonk. Vuur, dat allesvernietigend kan zijn, maar dat ook warmte, licht en inspiratie geeft. Van het vuur in de kachel gaat mijn blik naar mijn brandende kaars, ook ontstoken met één vonk. Ook die kaars verspreidt licht en warmte, maar wel op een geheel andere wijze. De kachel heeft een prominente plaats in mijn kamer, de positie van de kaars is veel bescheidener. Maar waar de warmte van de kachel slechts een beperkte ruimte vult, reiken het licht en de warmte van de kaars veel verder! Die kachel mag dan mijn huis verwarmen, die kaars verwarmt mijn hart. En niet alleen dat van mij! Deze kaars heb ik ontstoken met de bede, dat ze ook wat licht, warmte en hoop zal brengen in de harten van de mensen die dat zo goed kunnen gebruiken. Bij het aansteken van de kachel is zo’n bede nog nooit bij mij opgekomen. Waarom dan wel bij een kaars? Wat is dat “geheim”?

Het is Wim Collin, Salesiaan van Don Bosco, die voor mij een tipje van de sluier rond dat “geheim” heeft opgelicht. Binnen onze kring lezen wij momenteel zijn bijdragen over Franciscus van Sales die hij schreef rond het dubbeljubileum van Franciscus en Jeanne de Chantal (2022). In zijn tweede bijdrage schrijft Wim over het goddelijke en het menselijke in de spiritualiteit van Franciscus en zegt hij o.a. dat volgens Franciscus de mens niet compleet is, als er in hem of haar geen eenheid is tussen geest en lichaam. Volgens Wim wist Frans dat uit te leggen aan de hand van een kaars, waarvan de lont en de was noodzakelijkerwijs met elkaar in verbinding moeten staan. Zo zou Frans in een preek op het feest van Lichtmis het volgende gezegd hebben: “De aard van de lont is edel, omdat de lont wordt gemaakt van katoen en katoen groeit in bomen en bomen staan dichter bij de hemel en dus dichter bij God. De was, daarentegen, geproduceerd door bijen komt van bloemen. Bloemen staan dicht bij de aarde en daarom is de was minder nobel.”

Nu gebied de eerlijkheid mij te zeggen, dat ik mijn wenkbrauwen fronste bij zijn uitspraak betr. de katoen, die in bomen zou groeien… Echter, na enig speurwerk ontdekte ik dat er inderdaad katoenbomen zijn… Ook hier sprak Frans dus vanuit gedegen kennis… Door de ogen van Franciscus naar mijn kaars kijkend, begin ik er misschien iets van te begrijpen. Via de edele lont, die de was doet smelten, worden onze aardse menselijke noden als het ware opgezogen en via het licht van de vlam bij God gebracht. Wat een prachtig beeld! Net zoiets als wierook, waarmee onze gebeden opstijgen. Een simpele kaars kan ons dus dichter bij God brengen. Dat brengt mij bij het tweede deel van de uitspraak waarmee ik dit verhaal begon: …de rust vanwaar je uitziet naar God, verlangt naar God, streeft naar God”. Uitzien naar God. Misschien doen we dat wel meer dan ooit in deze adventstijd, in een wereld, die zo ten prooi is aan geweld, haat en onbegrip. Uitzien naar God, die als een klein kind naar onze wereld kwam om zijn boodschap van liefde uit te dragen. Dat we in deze tijd innerlijke rust mogen vinden om vanuit die rust met vertrouwen het nieuwe jaar in te gaan. Bij mijn brandende kachel en mijn brandende kaars sla ik nu dan toch mijn boek open.

Wil Vos

Zalig Kerstmis

Met welk gevoel ga je dit jaar het Kerstfeest tegemoet? Misschien is het licht in je hart en kijk je met een blij en dankbaar gevoel uit naar de feestdagen aan het eind van 2023. Maar het kan ook zijn dat het donker is in je binnenste en dat je tegen Kerstmis opziet als tegen een berg. Zoals iemand zei: Ik wou dat de feestdagen maar vast voorbij waren. Ik zal blij zijn als het januari is”. Maar het kan ook zijn dat je van beiden iets hebt: Dat het licht en het donker zich in jou afwisselen, dat er een eindeloos verlangen naar geluk uit je diepste naar boven komt en dan weer angst en eenzaamheid je overvallen.

Het is net alsof we met Kerstmis veel intenser voelen wat er in ons is. De goedheid en de liefde van onze medemensen raken ons dieper maar ook het gemis van mensen, de pijn van ziekte en tegenslag of de herinnering aan mensen die van ons heengingen. Het licht en het donker raken ons meer dan anders. Wellicht dat ook de verwarring in ons land en de vreselijke dingen die op onze aarde gebeuren je hart donker maken.

Het licht is een wonderlijk geschenk. Niet alleen het licht van de zon en de maan of van een kaars of de lichtjes in de kerstboom. Maar nog meer het licht in onszelf. Het licht laat ons iets ervaren van een andere wereld die dwars door ons leven heen schijnt. Licht dat ons uitzicht geeft, licht dat onze angst wegneemt, licht dat ons de weg wijst, licht dat ons doet leven ondanks alle donkerte en dood. Licht ook zo kwetsbaar en vluchtig. Geen wonder dat we in deze donkere tijd van het jaar overal lichtjes aansteken. “Laat het licht maar toe in je hart”, zeggen ze ons. Dat licht kunnen we bij elkaar oproepen als we elkaar met liefde en goedheid tegemoet treden. Als we zelf een levend licht worden in onze wereld. Als we elkaar met begrip en warmte omringen, heel dichtbij van mens tot mens. En er dan op vertrouwen dat dit licht ook door mag schijnen naar alle mensen wereldwijd.

In het kerstverhaal lezen we: “De herders werden omgeven door het stralende licht van God”. Dat dit ook met jou en met al onze medemensen mag gebeuren. Dat wens ik je van harte toe, vooral als het donker is in je hart door ziekte, verdriet, angst of pijn. Dat het licht jou mag aanraken en strelen en je vrede mag schenken. Namens mijn medebroeders wens ik u allen van harte een Zalig Kerstfeest en een goed Nieuwjaar.

Geloof in het leven, Hoop op de toekomst
Liefde die donkere dagen verlicht
……als een ster in de nacht

Kees Jongeneelen, osfs