Augustus 2023

AUGUSTUS   2023

VOORWOORD
In deze vakantiemaand vragen we even van uw tijd om ons ‘Contact’ te onderhouden. Graag willen we u laten delen in ons dankwoord aan Bert Post. Dank spreekt ook onze medebroeder Willem Spann uit bij gelegenheid van zijn 90ste verjaardag. Zelf heb ik wat gemijmerd rond het thema ‘bidden’. Graag wens ik u veel leesplezier.

 BERT, BEDANKT…

Op woensdag 26 juli togen Kees Jongeneelen en ondergetekende naar Noorden. Voor ons, Oblaten, een bekende stek. Hier was onze medebroeder Dirk Koster jarenlang pastoor en daar heeft hij ook zijn laatste rustplaats gevonden. Zelf kom ik er nog met een zekere regelmaat als we samenkomen met onze Salesiaanse Kring Noorden-Amsterdam. Het dorpje Noorden is een parel, die schittert aan de paradijselijke Nieuwkoopse Plassen. Het doel van onze reis was dit keer Bert en Greetje Post. We werden zoals altijd gastvrij ontvangen in hun huis, schitterend gelegen aan het water met een geweldig ruimtelijk vergezicht. Echt een paradijs.

Met name Bert heeft een lange geschiedenis met ons, Oblaten. Bij gelegenheid van het 125 jaar bestaan van de Oblaten  – 1999 – werd Dirk Koster gevraagd om een biografie van Franciscus van Sales  te schrijven. Hij vroeg Bert Post om de lay-out en de uitgave te verzorgen. Bert deed dit geheel belangeloos. Hetzelfde gold voor de uitgave van het ‘Boekje Open’, dat verscheen bij gelegenheid van het feit, dat de Oblaten 75 jaar in Nederland gevestigd waren. Later – we schrijven 2007 – schreef Dirk Koster een biografie over Louis Brisson, onze Stichter, bij gelegenheid van zijn 100ste sterfdag. En weer was Bert Post bereid om die uitgave te verzorgen en uit te geven. U raadt het al: geheel belangeloos. In datzelfde jaar – 2007 – waren wij, Oblaten, op zoek naar iemand die de uitgave van ons kwartaalblad Salesiaans Contact wilde vormgeven, contact met de drukker onderhouden en zorgen voor de verzending. Opnieuw was Bert bereid. Hij heeft dit met grote nauwkeurigheid, vakbekwaam en met liefde gedaan tot en met 2022. Dat betekent 15 jaar lang, 60 nummers!

In 2021 gaf Bert aan, dat de steeds terugkerende druk gezien zijn leeftijd wel wat hoog werd en dat hij wilde stoppen. Maar hij liet ons niet in de steek. Ook de jaargang 2022 heeft hij nog verzorgd totdat wij zover waren om over te gaan naar een digitale uitgave van ons blad.

Namens de Oblaten en namens alle lezers van Salesiaans Contact hebben we Bert als teken van onze grote dankbaarheid een mooie kaars aangeboden met het embleem van ons blad. Met een lunch in het door Bert en Greetje zelf uitgekozen restaurant ‘De Watergeus’ hebben we afscheid van hen  beiden genomen. En Bert zou Bert niet zijn, als een van zijn laatste woorden ten afscheid niet zouden zijn: “Als ik nog eens iets voor jullie kan betekenen dan laat het maar weten”.

Bert,  voor jouw inzet in al die jaren en voor de fijne samenwerking, namens de Oblaten en iedereen die van jouw werk heeft mogen genieten: BEDANKT!!!

Wim Holterman osfs

 

“DANKBAARHEID HAD DE BOVENTOON”

 Dit zinnetje uit het vorige nummer van Salesiaans Contact riep een recente belevenis bij mij op. Net als de drie medebroeders in het bewuste artikel had ik iets te vieren: mijn 90ste verjaardag. Dat heb ik o.a. in Sint-Oedenrode met de overige Nederlandse Oblaten gedaan en ik mocht voorgaan in de H. Mis. En net als zij wist ik geen betere omschrijving voor mijn gevoelens te vinden dan juist weer die dankbaarheid. Ik heb dat in onze viering als volgt onder woorden gebracht (ik kort het geheel wat in).

“Vol  d a n k b a a r h e i d  wierp de genezen melaatse zich voor Jezus’ voeten neer” (Lukas 17). Deze zin uit het Evangelie van zojuist leek me een duidelijk trefwoord, een mooi thema ook om over te preken. Toch vond ik, toen ik eenmaal wat verder ging graven, nergens in de bekende lijstjes van deugden die dankbaarheid terug: niet in de hoofdstukjes van de Inleiding, niet in die van Jeanne in haar getuigenis, niet in de theologische samenvatting die gemaakt is over de Salesiaanse leer! Zelfs het rijke wereldwijde web bracht geen uitkomst. Had dan nóóit iemand de deugd van dankbaarheid als voorwerp van studie aangepakt?

Een beetje ten einde raad, pakte ik het boekje van François Corrignan “Een weg ten leven” uit de kast … en vond daar de dankbaarheid terug, maar op een andere plaats dan ik verwacht had. Houd even voor ogen, dat de auteur de leer van Frans beschrijft als een “weg” die je moet gaan. Het eerste kenmerk van die weg is nu, dat hij begint bij het innerlijk van de mens en (dat is het tweede kenmerk) door de rede wordt geleid. Maar dán komt waar het hier om gaat: je hebt als derde kenmerk “een wakker geheugen” nodig, dat overvloeit van diepgaande herinneringen, afkomstig uit allerlei bronnen. Genoemd wordt hier dan allereerst de Bijbel, met zijn lofpsalmen over Gods grote daden, met het verhaal over Maria die alles in haar hart bewaarde en met het testament dat Jezus in de Eucharistie (= dankzegging!) naliet “om niet te worden vergeten”.

Corrignan gaat vervolgens diep in op de talrijke pogingen die Frans doet om geheugenverlies bij zijn vromen te bestrijden. Hij citeert daarbij uitvoerig uit de overwegingen die onze heilige voor hen heeft geschreven: korte, boeiende teksten, die telkens uitlopen op uitdrukkelijke dankbetuigingen aan God. Hier vallen de beeldende woorden “vriendschappelijke knipoogjes van God”, die beantwoord worden door uitingen van “erkentelijke wederliefde”. Dat we in die teksten vaak Paulus tegenkomen, in wiens brieven regelmatig uitspraken staan als deze: “Ik dank mijn God telkens als ik u gedenk”, zal niemand verwonderen. Hoewel het me een beetje verrast, dat in diens opsomming van de vruchten van de Geest uitgerekend de dankbaarheid niet wordt genoemd!

Als u me nog niet moe bent, hier nog enkele gedachten die ik elders vond plus een visuele bijdrage, geplukt van Wikipedia.

Mag ik Marcus Tullius Cicero geloven (en waarom zou ik níet?), dan is filosofisch bezien dankbaarheid “de moeder van alle deugden”. Ik heb dat overigens gelezen bij de hedendaagse filosoof Bohlmeijer, die ook vindt, dat het hier om een “ietwat ondergewaardeerde deugd” gaat, waaraan volgens hem velen “alsmaar meer nood hebben”.

Guido Gezelle, die het allemaal wat poëtischer zei, schreef dit: “Dankbaarheid is een bloemke / dat in weinig hoven bloeit”. Daarop aanhakend, zou je iets van deze deugd kunnen herkennen in het “vergeet-me-nietje”. Een bosje van die bloemen, zoals je ze kunt vinden in het bos, druk ik graag hierbij voor u af, in dank voor uw geduld om te blijven lezen!

 Willem Spann.

DE ‘HARTS-TOCHT’ VAN ONS BIDDEN

Verheft uw hart…
In elke eucharistieviering horen we kort voor het Grote Dankgebed: ‘Verheft uw hart’. En we antwoorden bijna automatisch: ‘We zijn met ons hart bij de Heer’. Woorden die veel zeggen over ons bidden. ‘Ons hart verheffen’: dat is opstaan, ons leven op een hoger plan brengen, richting de Levende. Het is de diepte ingaan, zoeken naar stilte, woorden vinden achter de werkelijkheid. Biddend verleggen we ons centrum naar de kracht die ons draagt, die ons inspireert en die ons gaande houdt. We bewegen ons naar God, die ‘groter is dan ons hart’. We zoeken contact met het ‘Hogere’ of we sluiten de Levende in ons hart. Ons hart bij de Heer laten zijn is niet vanzelfsprekend en lang niet altijd gemakkelijk. Want er is zoveel om ons heen waar ons hart gemakkelijker naar uitgaat. De leerlingen van Jezus wisten dat als geen ander. Vandaar hun vraag: ‘Heer, leer ons bidden’. Wij mogen die vraag ons leven lang met ons meenemen. Hopelijk voelen we ons blijvend leerling in de leerschool van het bidden.

In de stilte van het hart…
Henri Nouwen zegt ergens over bidden: ‘Het is zo moeilijk stil te zijn, stil met mijn mond, maar nog meer: stil met mijn hart’. Deze meester in de spiritualiteit geeft daarmee duidelijk aan dat bidden niet vanzelfsprekend is. Het vraagt van ons om de stilte in te oefenen, te trainen. Het is ons leren afsluiten van wat ons bezighoudt. Niet als een vlucht, maar als een poging om dichter bij onszelf te komen, om ruimte te scheppen voor een andere Stem. In de stilte van ons hart horen we het geluid van de liefde voor de mens naast ons: hoe we bijna goddelijk met elkaar verbonden zijn. In die stilte kunnen de woorden van de profeet Samuel de onze worden: ‘Spreek, Heer, uw dienaar luistert’. Horen met je hart is voorbijgaan aan alle vluchtigheid en je verbonden weten met Degene die goede woorden spreekt, verbonden ook met allen die samen met ons ‘hun hart verheffen’ tot de Eeuwige.

Met woorden van ons hart…
Terwijl het kerkbezoek slinkt zien we in veel kapelletjes en in stiltecentra talloze kaarsjes branden. We kunnen er lezen in een intentieboek: hartenkreten van mensen. Beden om genezing, om kracht, om ‘een goede uitslag’. Lezend in zo’n boek sluiten we ons biddend aan bij de opgeschreven woorden.  We voelen ons solidair met de ‘bidder’ of we maken de geschreven woorden tot de onze. In ons bidden zoeken we naar woorden, die zeggen wat er met ons is: ons diepste verlangen, onze scherp gevoelde pijn, ons gemis van een geliefd mens, onze vraag om gezondheid en geluk. Soms zijn het flarden van woorden, die uitdrukking geven aan onze dankbaarheid of aan ons zoeken naar inspiratie. Biddend zoeken we naar omvorming van ons leven, naar nieuwe toekomst voor onszelf en voor anderen. Ons bidden is wereldwijd: voor mensen in armoede om een rechtvaardiger verdeling van goederen, voor mensen in oorlog om eindelijk vrede, voor mensen die opkomen voor een duurzame wereld, voor mensen die hunkeren naar liefde en geluk. We bidden, dat wij zulke mensen mogen zijn (worden).

Met de ogen van ons hart…
Ik herinner me nog heel goed het beeld van Paus Franciscus: alléén op het immense Sint Pietersplein, een nietige figuur in de regen, het plein leeg door corona, biddend om zegen ‘Urbi et Orbi’, voor de stad en voor heel de wereld. Een beeld dat me raakte in mijn hart. Een beeld van authenticiteit en van bewogenheid om mens en wereld. Een beeld dat me mee doet zingen: ‘Ik sta voor U in leegte en gemis’. Een lied recht uit het hart.
Ik zie het beeld van een jonge moeder met haar pasgeboren kind op haar arm. Ze kijkt er naar met de ogen van haar hart. Die ogen spreken van onuitsprekelijke dankbaarheid maar ook van een hartenkreet om een goede toekomst voor haar kind. Een toekomst waar we allemaal biddend naar mogen uitzien. Bij mij komt dan het bekende gedicht van Guido Gezelle te binnen: ‘Als de ziele luistert spreekt het al een taal dat leeft’. Met de ogen van ons hart mogen we met hem mee zien: de ritselende bladeren aan de bomen, de onstuimige golven van de rivier, de fluisterende wind en de witte wolken. Alles wat leeft spreekt tot ons in woorden die ons overstijgen.

Van hart tot hart…

Frans van Sales heeft veel geschreven over ‘bidden’. Bidden geeft hem kracht in moeilijke tijden. Hij spreekt er zijn dankbaarheid in uit. Hij raadt ieder aan om te leven in Gods tegenwoordigheid. In zijn ‘Verhandeling over de liefde van God’ spreekt hij zeer behartenswaardige dingen over bidden. Uit alles wat hij erover schrijft blijkt zijn ‘liefdesrelatie’ met God. Zo schrijft hij o.m.: “Als het gebed dus een dialoog is, een intiem gesprek, een gesprek van de ziel met God, dan spreken wij daardoor tot God en God spreekt tot ons, wij verlangen naar hem, wij ademen op hem, en hij ademt op zijn beurt zijn Geest op ons uit en giet die over ons uit” (VI,1). Bidden is voor hem als een gesprek van hart tot Hart, dat getuigt van een intieme relatie. In die geest blijft Frans van Sales een leidsman op onze harts-tocht van het bidden.

Wim Holterman osfs